Is radiotherapie een mogelijke behandeling voor mij?

De behandeling moet aangepast en gepersonaliseerd worden voor elke individuele patiënt en voor elk type van kanker.

In vele gevallen zal een multidisciplinaire aanpak worden voorgesteld; namelijk een combinatie van een of meerdere behandelingen:

Deze behandelingen kunnen gericht zijn op de primaire ziekte zelf (de tumor) en/of mogelijke metastasen van deze ziekte en/of op het verzachten van de nevenwerkingen verbonden aan andere behandelingen.

Het multidisciplinaire overleg

De multidisciplinaire benadering start met een multidisciplinair overleg tussen verschillende artsen(specialisten). Indien u patiënt bent, dan kunt u steeds aan uw behandelende geneesheer-specialist vragen wanneer dit overleg plaatsvindt. Het is namelijk mogelijk dat uw huisarts deelneemt aan dit overleg.

Na dit overleg zal het type van behandeling worden voorgesteld. U kunt steeds uitleg vragen rond de inhoud van dit voorstel en indien gewenst, kan er steeds een kopij van gevraagd worden.

Het recht om duidelijk te worden geïnformeerd

Misschien moeilijk om geloven maar geneeskunde is niet altijd een exacte wetenschap: zelfs de beste dokters hebben niet altijd een antwoord op alle vragen of een oplossing voor elk probleem. Meer zelfs, voor een ziekte of patiënt zijn dikwijls meerdere behandelingen mogelijk. Dit is de reden waarom tijdens het multidisciplinair overleg verschillende geneesheren-specialisten aanwezig zijn, waaronder de radiotherapeut oncoloog. In de meeste gevallen zal het multidisciplinaire team een behandeling voorstellen die duidelijk gericht is op heelkunde OF radiotherapie OF chemotherapie als hoofd- of startbehandeling waarbij de andere niet voorgestelde behandelingswijzen als secundaire behandeling, in een later stadium aan bod kunnen komen of helemaal niet. Voor sommige tumoren is het onmogelijk om tot een consensus te komen waarbij zelfs na het multidisciplinair overleg verschillende behandelingswijzen mogelijk zijn. Radiotherapeuten oncologen geloven sterk in het recht van de patiënt om geïnformeerd te worden over alle mogelijke opties. Daarom stellen zij, in geval van twijfel, voor dat patiënten een afspraak nemen met hun radiotherapeut oncoloog om hun behandeling of opeenvolging van behandelingen te bespreken.

Radiotherapie is niet altijd mogelijk

Sommige patiënten hebben hoge verwachtingen dat de radiotherapie behandeling hen zal kunnen helpen. Ondanks het feit dat dit dikwijls het geval is, is radiotherapie soms NIET aangewezen. Dit wordt het best door de radiotherapeut oncoloog, die toegang heeft tot het patiëntendossier, aan de patiënt toegelicht. Hierbij enkele voorbeelden wanneer radiotherapie mogelijkst niet de best aangewezen behandeling is:

In bovengenoemde gevallen is radiotherapie misschien niet de eerste keuze maar kan toch worden voorgesteld in het geval er geen alternatieven zijn.

Hierna vindt u een lijst van mogelijke indicaties voor radiotherapie. Let wel: dit is absoluut geen limitatieve lijst maar eerder een opsomming van verschillende voorbeelden. Indien u vragen hebt, gelieve deze te bespreken met uw radiotherapeut oncoloog.

Meest voorkomende indicaties voor radiotherapie

Met de opkomst van moderne radiotherapie worden eveneens uitstekende resultaten behaald bij tumoren die in het verleden minder vlug behandeld werden met radiotherapie. Enkele voorbeelden:

Prostaatkanker

Zowel in de behandeling van vroegtijdige als van meer gevorderde prostaatkanker geeft lokale behandeling met behulp van precieze hoge dosisstraling zeer goede kans op genezing. De grootste technologische vooruitgang in het domein van radiotherapie-oncologie werd de laatste jaren geboekt in de behandeling van prostaatkanker. In specifieke gevallen is het mogelijk brachytherapie via dag hospitalisatie voor te stellen. Echter, niet alle prostaatkankers kunnen worden behandeld met radiotherapie-oncologie.

Hersenmetastasen

Zowel bij de behandeling van meervoudige als enkelvoudige hersenmetastasen kan radiotherapie toegepast worden. Wanneer het aantal of de grootte van letsels beperkt is, kan een hoge stralingsdosis radiotherapie worden toegediend om te vermijden dat de schedel moet worden geopend voor een heelkundige ingreep. De behandeling van individuele letsels is meestal voorbehouden voor patiënten die min of meer genezen zijn van de primaire tumor die verantwoordelijk is voor hersenmetastases. Niet alle hersentumoren kunnen met behulp van radiotherapie behandeld worden.

Huidkanker

Om heelkundige ingrepen op moeilijk te behandelen plaatsen als huidplooien en duidelijk zichtbare gedeelten in het aangezicht te vermijden, kan uitwendige bestraling of op brachytherapie gebaseerde radiotherapie gebruikt worden met een hoge kans op genezing. Ook de behandeling van minder zichtbare gedeelten in het aangezicht komen hiervoor in aanmerking. Niet alle huidkankers kunnen met radiotherapie behandeld worden.

Primaire longkanker in vroeg stadium

Voor longkanker, beperkt in grootte en zonder invasie naar de lymfeknopen, is heelkunde een mogelijkheid. Maar heelkunde kan toch problemen stellen bij patiënten met slechte longfunctie of met hartproblemen te wijten aan roken of aan hogere leeftijd. In dat geval kan met lokale hoge dosis radiotherapie hetzelfde resultaat behaald worden als met chirurgie. Niet alle longkankers kunnen behandeld worden met radiotherapie-oncologie.

Lever- en longmetastasen

Lever- en longmetastasen worden normaal gezien behandeld met chemotherapie. Maar indien er na de behandeling van de primaire tumor of na chemotherapie, één of enkele (kleinere) lever/longmetastasen achter blijven, dan kan het aangewezen zijn om deze letsels te verwijderen met behulp van een lokale behandeling: radiofrequente ablatie, heelkunde of radiotherapie. Een korte radiotherapie behandeling kan anesthesie, bloedverlies en ziekenhuisverblijf te wijten aan heelkundige behandeling vermijden en toch de metastasen doeltreffend verwijderen. Niet alle lever/longmetastasen kunnen succesvol behandeld worden met radiotherapie.

Andere behandelingen met radiotherapie

Adjuvante (aanvullende) radiotherapie van de borst in het geval van borstkanker

Dit is de meest voorkomende behandeling met radiotherapie: eerst gebeurt er een heelkundige ingreep op de borst inclusief onderzoek van de oksel(lymfe)klieren. Daarna wordt indien nodig chemotherapie toegepast om daarna de geopereerde borst te bestralen om het risico op herval van kanker sterk te verminderen. Na deze behandeling kan nog een serie van “boost” behandelingen worden gegeven in de zone waar de tumor was gelokaliseerd (en dit door middel van uitwendige bundel radiotherapie of door middel van brachytherapie). Om de behandeling te vergemakkelijken, wordt deze reeks van behandelingen tegenwoordig gegeven op hetzelfde moment als de behandeling van de volledige borst. Dit maakt het mogelijk om de reeks van behandelingen te verminderen (van 33 behandelingen in het verleden naar momenteel 13 tot 25 behandelingen). Nieuwe radiotherapie technieken beperken nu ook de bestraling van het hart en de longen. Indien de borst volledig werd verwijderd dan is het soms toch nog nodig om de “borstkas” te bestralen.

Preoperatieve radiotherapie in het geval van rectale kanker

Rectale kanker wordt bijna altijd behandeld via heelkunde. De resultaten van de chirurgische ingreep kunnen positief worden beïnvloed door het gebruik van radiotherapie met een langere bestralingsreeks na de chirurgie of een kortere bestralingsreeks voor de behandeling. In functie van de locatie van de tumor en de betrachting om de functie van de anussfincter te behouden, zal de radiotherapeut oncoloog een behandeling voorstellen vóór of na de heelkundige ingreep. Voor wat betreft kanker van de andere ingewanden (darmen) is radiotherapie niet altijd noodzakelijk.

Radiotherapie voor de behandeling van hoofd-en hals kankers

Radiotherapie voor hoofd- en hals kankers kan onder verschillende vormen gebeuren: met of zonder heelkunde, met of zonder chemotherapie, ter hoogte van de tumor of op de al dan niet aangetaste lymfeklieren uit. Deze behandelingen hadden in het verleden een negatieve reputatie ten gevolge van de bijwerkingen als: droge mond, irritatie van het slijmvlies in de mond, huidirritatie die voor heel wat ongemakken zorgden. Het gebruik van moderne radiotherapie laat toe om de speekselklieren beter te sparen en om de dosis beter te spreiden over de huid. Verder kan medicatie en laserbehandelingen van geïrriteerd slijmvlies deze symptomen verminderen. Deze behandelingen zijn niet gemakkelijk voor de patiënt maar er worden betere resultaten verkregen dankzij de technische vooruitgang binnen de radiotherapie en de multidisciplinaire aanpak.

Intra-operatieve radiotherapie van de borst

In het geval van borstkanker, is radiotherapie vaak de best postoperatieve en aanvullende behandeling van de volledige borst. In het geval van tumoren met een gunstig verloop, is het soms mogelijk deze behandeling te vervangen door een “gedeeltelijke bestraling van de borst”. Dit betekent dat de stralingsdosis enkel toegediend wordt ter hoogte van de locatie waar de tumor was gelokaliseerd vóór de operatie. Vermits het volume kleiner is, zal de stralingsdosis op het hart en de longen ook lager zijn. Deze gedeeltelijke bestraling van de borst kan gebeuren door middel van brachytherapie, uitwendige radiotherapie met een klassiek bestralingstoestel of met een specifiek behandelingstoestel in de operatiekamer onmiddellijk na de operatie. In dit laatste geval spreken we over “intra-operatieve radiotherapie van de borst”. Het is voor patiënten een eenvoudige behandeling met goede resultaten. Deze goede resultaten op lange termijn (nog steeds geen herval na 7 jaar) kunnen echter alleen worden bekomen indien het team van chirurgen en radiotherapeuten oncologen bijzonder strikt is; dit wil zeggen dat ze deze techniek enkel gebruiken bij kankers met een gunstige prognose. In alle andere gevallen wordt een meer klassieke behandeling voorgesteld.

Stereotactische lichaamsradiotherapie

Voor specifieke tumoren of metastasen bij patiënten met in het algemeen een gunstige prognose is het mogelijk een klassieke behandeling met radiotherapie te vervangen door een stereotactische behandeling.

Onderstaande tabel toont de verschillen tussen beide:

 

klassieke radiotherapie 

stereotactische radiotherapie

behandelde locatie

elk deel van het lichaam
groot of klein 

wel afgelijnde gebieden,
beperkt in grootte

dosis

laag tot hoog i.f.v. behoeften en mogelijkheden      

meestal zeer hoog
 

aantal fracties

behandelingsreeks tot
meer dan 40 fracties 

korte behandelingsreeks, meestal
lager dan 10 fracties

dosis per fractie

eerder laag
 

 hoog tot zeer hoog
 

gebruikt  behandelings-toestel·

een klassieke lineaire versneller


 

een klassieke lineaire versneller met
extra technische tools OF
een specifiek systeem voor stereotactische radiotherapie

 

Terug naar boven