MOGELIJKE NEVENWERKINGEN BIJ RADIOTHERAPIE

Radiotherapie is een moderne, doelgerichte en doeltreffende behandeling. Dit betekent dat er te voorspellen en niet te voorspellen nevenwerkingen kunnen optreden die in de meeste van de gevallen “mild” zijn. Meer ernstige nevenwerkingen en medische fouten zijn mogelijk zoals dit ook het geval is in andere vak domeinen van de geneeskunde. Radiotherapie-oncologie departementen hebben een sterke traditie op vlak van kwaliteitscontrolemaatregelen die hebben geleid tot een sterke verbetering van de kwaliteit.

Voor patiënten en familieleden die geen (para)medische achtergrond hebben, lijkt het technisch functioneren van radiotherapiesystemen bijzonder complex en zelfs beangstigend. Deze website kan u helpen bij het beter begrijpen van wat radiotherapie is en wij hopen dat uw radiotherapeut oncoloog u bijkomende informatie kan verstrekken met betrekking tot uw ziekte en de behandeling.

De meeste radiotherapiebehandelingen gebeuren in verschillende stappen: een consultatie, een simulatie gevolgd door een reeks van behandelingen. Misschien bestaat er toch nog enige angst in het begin te wijten aan het onbekende maar eenmaal de behandeling vordert, beseffen heel veel patiënten dat ze goed omringd zijn door een medisch team en dat de behandeling eenvoudiger is dan werd gedacht.

Vergeet niet: radiotherapie “verbrandt” niet en maakt mensen niet radioactief.

Hieronder vindt u:

Preventie van neveneffecten door het medische team

Hoge precisie behandelingen

De beste preventieve maatregel om neveneffecten te vermijden is de radiotherapie dosis zoveel mogelijk op de tumor te concentreren en zo weinig mogelijk op het gezonde omliggende weefsel. Dit lijkt logisch maar was in het verleden niet altijd technisch mogelijk. De grootste vooruitgang in radiotherapie-oncologie over de voorbije jaren is de ontwikkeling van een brede waaier aan hulpmiddelen om behandelingen nog preciezer te maken. Zie hiervoor in de woordenlijst voor de verklaring van IMRT, IGRT, rotatietherapie en andere termen. Aarzel niet om aan de radiotherapeut oncoloog te vragen welke maatregelen genomen zijn om uw behandeling zo nauwkeurig mogelijk te doen verlopen.

Systeem van opslaan en verifiëren

Radiotherapeuten oncologen en fysici hebben 25 jaar geleden een geautomatiseerd system geïntroduceerd dat continu de correcte toepassing van de behandeling registreert. Dit betekent dat een computersysteem data gerelateerd aan de behandeling naar het radiotherapieapparaat stuurt; hierdoor worden menselijke fouten uitgesloten. Tijdens de behandeling zelf worden alle handelingen (stappen) ondernomen door de technologen en door het apparaat zelf automatisch geregistreerd. Dit laat toe om in een later stadium na te gaan wat er allemaal precies is gebeurd. Dit is uniek in de medische wereld!

In-vivo dosimetrie

Op een welbepaald punt waar de stralingsbundel het lichaam binnengaat of verlaat, kan een detector op de huid van de patiënt worden geplaatst waarbij exact kan worden gemeten wat de stralingsdosis was. Het bekomen resultaat wordt dan vergeleken met de theoretische stralingsdosis die werd berekend door de computergestuurde stralingsplanning. Indien er een afwijking is met de theoretische waarde dan wordt de oorzaak hiervan onderzocht. Dit kan helpen om onnauwkeurigheden in de berekening en bijgevolg het verkeerd plaatsen van de patiënt op de tafel te voorkomen. Sommige in-vivo dosimetrie systemen maken geen gebruik van detectoren die op de huid worden bevestigd maar gebruiken daarentegen detectoren die zich verder af van het lichaam bevinden.

Kwaliteitscontrole procedures

De in-vivo dosimetrie zoals hierboven beschreven is één van de mogelijke kwaliteitscontrole procedures. Het team van radiotherapeuten oncologen, fysici en technologen heeft een arsenaal aan bijkomende kwaliteitscontrole procedures om de correcte uitvoering van de behandeling na te gaan. De meeste van deze systemen zijn gebaseerd op bijkomende beelden die worden gemaakt vóór/tijdens/na de behandeling om de correcte positie van de tumor ten opzichte van de stralingsbundel te controleren.

College van radiotherapie

Radiotherapeuten oncologen delen hun data en ervaringen met betrekking tot kwaliteitscontrole in een daartoe opgerichte kwaliteitscontrolegroep het zogenaamde “college van radiotherapie”.

Preventie van nevenwerkingen door de patiënt

Vraag uitleg

Uw radiotherapeut oncoloog kan u waarschijnlijk heel wat goede raad geven met betrekking tot uw behandeling. U kunt eventueel folders of brochures krijgen over uw specifieke behandeling. Indien u toch geen specifieke informatie hebt gekregen, vraag hier dan expliciet naar bij uw radiotherapeut oncoloog. Onderwerpen waarover u geïnformeerd kunt worden:

Volg richtlijnen op

Geïnformeerd worden is niet voldoende… patiënten moeten ook de gegeven richtlijnen respecteren. Indien dit niet mogelijk is, dan wordt dit best met het team van radiotherapie-oncologie besproken. Zij zullen u verder helpen.

Overleg met het team van radiotherapie

Alle problemen en nevenwerkingen (verwacht of niet verwacht) moeten met het radiotherapie-oncologie team worden besproken.

U zult opiniepeilingen, vragenlijsten en documenten krijgen om in te vullen, maar het kan geen kwaad om contact op te nemen met de technische staf bij het radiotherapietoestel of naar de radiotherapeut oncoloog zelf te vragen.

Stop met roken

Van alle mogelijke tips die u als patiënt krijgt, is waarschijnlijk een van de meest belangrijke: (probeer te) stop(pen) met roken. Roken doet de kans op nieuwe kankers verhogen, roken maakt u zwakker, roken kan soms de doeltreffendheid van de radiotherapiebehandeling verminderen als gevolg van het verminderd zuurstofgehalte in uw weefsels en roken kan de nevenwerkingen ten gevolge van de radiotherapiebehandeling doen toenemen. Zoek professionele hulp bij het stoppen met roken!

De effecten van radiotherapie zijn meestal lokaal

In tegenstelling tot een systemische behandeling is radiotherapie een lokale behandeling. Dit betekent dat zowel de gunstige effecten als de ongewenste effecten enkel worden waargenomen in het bestraalde gebied. Wanneer een patiënt dus pijn krijgt in het linkerbeen tijdens een behandeling van de rechterarm met radiotherapie, dan is het zeer onwaarschijnlijk dat er een verband is tussen de radiotherapiebehandeling en het probleem. Soms zijn er uitzonderingen zoals bij vermoeidheid en bij zeldzame neurologische aandoeningen.

Informatie betreffende korte termijn- versus lange termijn neveneffecten

De correlatie tussen korte- en lange termijn nevenwerkingen, tussen dosis en nevenwerkingen en tussen het bestraald lichaamsvolume en nevenwerkingen is een complexe materie. Dit is dan ook de reden waarom elke patiënt door de radiotherapeut oncoloog individueel zal geïnformeerd worden over wat de mogelijke nevenwerkingen zijn met betrekking tot zijn/haar specifieke behandeling.

Korte termijn nevenwerkingen zijn meestal tijdelijk; in de meeste gevallen verdwijnen ook de lange termijn nevenwerkingen na een tijd.

Patiënten en hun familieleden vinden hierna een lijst van enkele nevenwerkingen.

Enkele bijwerkingen op korte termijn

Enkele bijwerkingen op lange termijn

Specifieke informatie met betrekking tot huidverzorging

Dit is een specifiek neveneffect waaraan we in deze paragraaf speciale aandacht besteden.

Gedurende uitwendige radiotherapie moeten de stralenbundels eerst doorheen de huid vooraleer het doelvolume in het lichaam te bereiken. Vermits de huid een snelgroeiend orgaan is kan deze lijden onder de bestraling. Anderzijds zorgt de energie van de stralingsbundel er voor dat de bestralingsdosis dieper in het lichaam hoger is, en lager dichtbij de huid. Niettemin zijn de nevenwerkingen ter hoogte van de huid na bestraling al lange tijd gekend. Dat is de reden waarom sommige mensen beweren dat “bestraling verbrandt”. Met behulp van moderne radiotherapie is dit nog nauwelijks het geval. In sommige specifieke situaties waar de tumor niet zo ver van de huid gelokaliseerd zit en waar een hoge bestralingsdosis vereist is, kunnen er nog huidproblemen tijdens en na de behandeling optreden.

Huidproblemen kunnen preventieve maatregelen vereisen. Wanneer huidirritatie optreedt, bestaat er een reeks aan mogelijke behandelingen. Begin a.u.b. zelf NIET met medicatie, crème, zalf, lotion of wat dan ook op de bestraalde huid vooraleer dit te bespreken met het radiotherapie team. Zij zijn het best geïnformeerd over wat de beste benadering is. Het is over het algemeen NIET NODIG een dermatoloog te raadplegen. Tegenwoordig worden huidproblemen voornamelijk behandeld met speciale wondverbanden in plaats van met lotions en crèmes. Praat met uw radiotherapeut oncoloog!

Huidproblemen zijn dikwijls van tijdelijke aard.